Gemeente
Amersfoort Vragen 2008, nummer 102 DOCS.nr. 2910218 __________________________________________________________________________________ VRAGEN van het raadslid Smit en Schulten (BPA) inzake legalisering hondenkennel in De Hoef gedaan overeenkomstig artikel 43 van het reglement van orde voor vergaderingen van de gemeenteraad van Amersfoort (SOB, nr. 2887178; ontvangen d.d. 8 oktober 2008). ANTWOORD van burgemeester en wethouders (verzonden d.d. 25 november 2008) __________________________________________________________________________________ Inleiding: De Stad Amersfoort van 1 oktober j.l. meldt dat het College voornemens is het hondenhotel De Hoef te legaliseren. Het betreffende hotel, beter te omschrijven als een ‘hondenkennel’, is al sinds mei 2005 illegaal gevestigd aan de Hoefseweg 3-5, op de grens van het bedrijventerrein De Hoef en de woonwijk Zielhorst. Bewoners in Zielhorst hebben meerdere keren en op verschillende wijze kenbaar gemaakt overmatige overlast van de kennel te ervaren en hebben aangedrongen op sluiting daarvan. Ondanks deze protesten heeft de gemeente meer dan drie jaar de aanwezige kennel gedoogd, een aanschrijving niet vertaalt in sluiting en heeft het College in de communicatie met de bewoners niet steeds de noodzakelijke zorgvuldigheid in acht genomen. Uit het krantenbericht van deze week is op te maken dat het College thans heeft besloten om falend beleid om te zetten in een door omwonenden ongewenste wijziging van het bestemmingsplan. Over bovenstaande situatie heeft de BPA de volgende vragen. Vraag 1) Heeft het College kennis genomen van de publicatie op 1 oktober j.j. in De Stad Amersfoort betreffende met de kop: ‘College: hondenhotel legaliseren’? Antwoord 1) Ja. Vraag 2) Geeft het betreffende krantenartikel op juiste wijze datgene weer wat het College voornemens is? Antwoord 2) Ja. Vraag 3) Kan het College toelichten hoe het mogelijk is dat circa tachtig families in de Erasmusstraat, de Homerusstraat en de Albert Schweitzersingel, die de afgelopen jaren door middel van verschillende procedures kenbaar hebben gemaakt zich te verzetten tegen een hondenkennel in de omgeving van hun woongebied, dit voornemen uit de krant moeten ervaren? Antwoord 3) Op 30 januari 2008 heeft het voornemen tot het legaliseren van het hondenverblijf ter inzage gelegen. Het betrof een voornemen van ons college tot het verlenen van vrijstelling ex artikel 19.3 WRO. Vanaf donderdag 31 januari tot en met woensdag 12 maart heeft iedereen daarover een zienswijze bij ons mogen kenbaar maken. De heer F. Twigt heeft dit gedaan namens het Kernteam “tegen vestiging/legalisering hondenverblijf De Hoef” en namens 85 omwonenden. Op 16 september hebben wij een beslissing genomen over de zienswijzen. Deze beslissing hebben wij in onze brief van 29 september 2008 zoals wij hebben besloten aan reclamanten toegezonden. Dit hebben wij gedaan aan de heer Twigt, vertegenwoordiger in deze van de omwonenden Vraag 4) Kan het College toelichten waarom gedurende meer dan drie jaren een hondenkennel in het bedrijvengebied De Hoef , tegen de regels van het bestemmingsplan in, is gedoogd? Antwoord 4) Wij hebben gedurende een lange periode gemeend het hondenverblijf te moeten sluiten. Dit hebben wij kenbaar gemaakt aan de exploitant van het verblijf. Daarover zijn juridische procedures gevoerd die hebben uiteindelijke geleid tot een compromis: het legaliseren van het verblijf met openingstijden uitsluitend overdag en op doordeweekse dagen. Het hondenverblijf bevindt zich op het bedrijventerrein ‘De
Hoef’. Er zijn geen bezwaren van stedenbouwkundige aard, omdat het hondenverblijf
vanaf de openbare ruimte nauwelijks zichtbaar is. Ook zijn er geen bezwaren
over de verkeersaantrekkende werking, nu het hier gaat om een industrieterrein
en de overlast van halend en brengend autoverkeer niet door omwonenden kan
worden gevoeld. De Hoef is voorts berekend op deze verkeersstromen. De geluidhinder van de honden overdag op doordeweekse dagen
is voor een bedrijventerrein acceptabel. Een groot deel van het geluid wordt overstemt door het reeds aanwezige weg-, spoorweg en
industrielawaai. Voor het hondenverblijf is een milieuvergunning verleend,
die opvang voor dag en nacht toestaat. Wij zijn echter van mening dat opvang
voor dag en nacht een te grote belasting legt op de wijk Zielhorst en daarom
ruimtelijk ongewenst is. Om de geluidsoverlast van de honden voor de bewoners
van de wijk Zielhorst binnen
aanvaardbare grenzen te houden verbinden wij aan de vrijstelling een
voorwaarde. Het feitelijk gebruik in strijd met het bestemmingsplan is
toegestaan van maandag tot en met vrijdag van 07.00 tot 19.00 uur. Dit zijn de
openingstijden van het hondenverblijf. Vraag 5) Protesten, geuit door omwonenden, hebben er toe geleid dat de eigenaar van de kennel de opvang van honden van derden heeft gewijzigd van een 24-uursvoorziening in een dagvoorziening. Realiseert het College zich dat hiermee slechts een deel van de nachtelijke overlast teniet is gedaan, daar de eigenaar van de hondenkennel naast de opvang voor derden ook het zelf fokken van honden bedrijft, waardoor de aanwezigheid van honden in ’s nacht en de daarmee samenhangende overlast feitelijk wordt gecontinueerd? Antwoord 5) Wij weten niet dat er naast het gebruik voor hondenverblijf ook honden gefokt worden. Wanneer dit het geval is dan moet de exploitant daarmee stoppen omdat dit in strijd is met de voorschriften van het geldende bestemmingsplan en de verleende vrijstelling en bouwvergunning Vraag 6) Vragensteler heeft zich georiënteerd op de overlast en heeft kunnen constateren dat het uitlaten van honden overdag tot significante overlast leidt die niet past in een woonomgeving en, gezien het feit dat de kennel is gevestigd in een bedrijvengebied categorie 1 en 2, ook niet past binnen het bedrijvengebied De Hoef. In een zienswijze van de omwonenden van 8 maart 2008 is uitvoerig onderbouwd waarom de kennel op deze plek niet voldoet aan de geluidsvoorschriften. De omwonenden hebben zich op dit punt verzekerd van deskundigheid. Kan het College aangeven waarom het van mening is dat de kennel wél voldoet aan geluidsvoorschriften, geldend voor een als rustig te omschrijven woonbuurt? Antwoord 6) Ja; dit hebben wij gedaan in onze brief van 29 september jl. aan de heer Twigt waarbij wij reclamanten onze beslissing over de zienswijzen hebben meegedeeld. Wij zijn van mening dat het hondenverblijf op die plek overdag niet onevenredig de belangen van de omwonenden in Zielhorst schaadt. Vraag 7) Kan het College toelichten waarom het nog steeds niet inhoudelijk heeft gereageerd op de op 8 maart ingediende zienswijze van de omwonenden? Antwoord 7) Onder antwoord 3 staat dat wij de heer Twigt, vertegenwoordiger van het kernteam, in onze brief van 29 september hebben geďnformeerd over onze beslissing betreffende de zienswijzen. Vraag 8) Kan het College toelichten waarom de op 13 juni 2007 aan de eigenaar van het Hondenhotel afgegeven aanzegging (voorafgegaan door een mededeling van voornemen op 29 december 2006) tot sluiting nog steeds niet is geconcretiseerd? Antwoord 8) Tijdens de procedure en vooral na het horen van de exploitant vonden wij dat openstelling onder voorwaarden niet strijdig is met de goede ruimtelijke ordening. Om die reden zijn wij gestart met de vrijstellingsprocedure tot legaliseringen hebben wij niet besloten tot het sluiten van de inrichting. Vraag 9) In een brief aan de omwonenden van 16 maart 2007 meldt het hoofd van de afdeling Bouw- en Gebruikskwaliteit namens B en W: ‘Een hondenhotel vlak naast een gebied dat primair bestemd is voor dienstverlening, kantoren en educatieve voorzieningen is volgens ons college niet wenselijk.’. Kan het College toelichten op welke wijze zij tot een totaal tegengestelde opvatting is gekomen? Antwoord 9) Gedurende het proces tot sluiting van het hondenverblijf hebben wij onze mening door veranderende inzichten aangepast. De exploitant heeft ons duidelijk gemaakt dat de vermeende overlast aanzienlijk afneemt door de openingstijden te beperken. Wij hebben de bevoegdheid om vrijstelling te verlenen van de geldende voorschriften van een bestemmingsplan. Van deze bevoegdheid hebben wij gebruik gemaakt omdat wij er van overtuigd zijn geraakt dat overlast door aangepaste openingstijden niet meer onevenredig de belangen van de bewoners van Zielhorst aantast. Vraag 10) Heeft het College, naar aanleiding van het overtreden van de wet door de eigenaar van de kennel, ook stappen gezet in de richting van de eigenaar/verhuurder van het betreffende perceel, W.J. Smink Onroerend Goed B.V?? Antwoord 10) Deze stappen hebben wij niet gezet. | ||